Het was groot nieuws: eieren uit eigen tuin bleken vervuild met PFAS. Ook in zelfgeteelde groenten werden zorgwekkende concentraties aangetroffen. Voor veel mensen – van moestuinders tot milieubewuste consumenten – voelde het als een klap in het gezicht. Hoe kan zelfs ons ‘puurste’ voedsel niet veilig zijn?
Dit soort nieuws raakt rechtstreeks aan de missie van veel milieuorganisaties. Maar het roept óók vragen op bij burgers. Kun je echt geen eieren meer eten van je eigen kippen? Wat betekent dit voor je eigen moestuin? En hoe kun je zelf actie voeren?
Wij vroegen ons af: hoe gingen natuur- en milieuorganisaties met dit nieuws om? Grepen ze het moment aan om hun verhaal te vertellen, beleid aan te jagen, mensen in beweging te brengen? En gaven ze ook richting aan burgers die met vragen zaten? Deze week duiken we in de communicatie rondom het PFAS-nieuws, en wat je daarvan kunt leren.
Toen het RIVM opriep om geen eieren van hobbykippen meer te eten, en biologisch geteelde groenten massaal bleven liggen vanwege mogelijke vervuiling, kwam het PFAS-probleem plotseling heel dichtbij. Een onderwerp dat normaal eerder technisch of abstract voelde, werd nu concreet voor consumenten. En riep logischerwijs allerlei vragen. Want, wat kun dan nog wel eten, als zelfs de eieren van scharrelkippen pfas bevatten? En kun je nog wel ‘gewone’ groente, fruit of zuivel kopen zonder je zorgen te maken?
Voor natuur- en milieuorganisaties was dit het moment om hun stem te laten horen. En dat deden ze dan ook. Natuur & Milieu plaatste een scherpe reactie waarin ze pleitten voor een nationaal verbod op PFAS. Milieudefensie koppelde het nieuws aan de bredere vervuiling door de chemische industrie, waar te weinig toezicht op is. De organisatie waarschuwde dat het PFAS-probleem niet op zichzelf staat.
Ook Foodwatch mengde zich in het debat. De organisatie riep op tot meer transparantie in de voedselketen, en benadrukte dat consumenten niet zelf verantwoordelijk kunnen zijn voor het controleren van de veiligheid van het voedsel dat ze kopen. Die verantwoordelijkheid ligt bij de voedselindustrie.
Wat wel opviel is dat opvallend weinig milieuorganisaties direct inspeelden op de vragen van de consumenten. Terwijl juist dit soort consumentenvoorlichting kan helpen om mensen te informeren én betrekken bij je verhaal.
1. Veel aandacht voor beleid, weinig voor de burger
De meeste organisaties gebruikten het moment om systeemkritiek te uiten. Ze wezen op tekortschietend beleid en pleitten voor striktere regels.
2. Foodwatch als uitzondering
Foodwatch koos expliciet voor het consumentenperspectief. Ze benadrukten dat het niet aan mensen zelf is om voedselveiligheid te beoordelen, en pleitten voor betere informatievoorziening. Daarmee vulden zij een belangrijke leegte in de communicatie.
3. Snelle, inhoudelijke reacties
Wat veel organisaties goed deden: ze reageerden snel en met kennis van zaken. Al kort na het nieuws verschenen opiniestukken, persberichten en socialmediaposts. Ze boden context, benoemden oorzaken en kwamen met concrete beleidsvoorstellen.
4. Weinig handelingsperspectief, en daardoor minder verbinding met je publiek
Veel reacties bleven hangen in verontwaardiging of systeemkritiek. Maar voor burgers die zich afvroegen wat ze nog veilig konden eten, of wat ze met hun moestuin moesten, bleven antwoorden uit. En dat is zonde. Juist door duidelijkheid te geven en praktische informatie te bieden, kun je mensen aan je verbinden. Het laat zien dat je niet alleen pleitbezorger bent richting beleid, maar ook bondgenoot van mensen die zoeken naar houvast in hun dagelijks leven.
5. En opvallend veel stiltes: een gemiste kans voor betrokkenheid
Sommige grote spelers, zoals Greenpeace en het Wereld Natuur Fonds, reageerden nauwelijks of helemaal niet. Terwijl het onderwerp naadloos aansluit bij hun missie. Misschien strategisch verklaarbaar, maar in communicatief opzicht een gemiste kans. Niet reageren betekent ook: geen positie innemen, geen betrokkenheid tonen, geen verbinding maken. Terwijl juist dit soort momenten dé kans zijn om te laten zien dat je er bent – voor mens én milieu.
Juist door duidelijkheid te geven en praktische informatie te bieden, kun je mensen aan je verbinden.
• Nieuwswaarde = kans, maar niet vanzelf impact
Een goed getimed persbericht is niet genoeg. Organisaties die zich willen profileren als autoriteit, moeten voorbereid zijn met een verhaal dat verder gaat dan verontwaardiging.
• Verbind het nieuws aan je missie
Wat heb jij als organisatie hierover te zeggen dat anderen niet zeggen? Zet je visie neer, en herhaal die consequent.
• Gebruik beeld en ervaring
Een citaat van een moestuinier of een foto van verontreinigde grond zegt vaak meer dan een beleidsanalyse van zes alinea’s.
• Bied handelingsperspectief – ook aan burgers
Wat betekent het nieuws voor gewone mensen? Wat kunnen ze doen, laten of veranderen? Het gebrek aan duidelijke communicatie hierover is een gemiste kans. Door praktische tips en helder advies te geven, laat je zien dat je niet alleen beleidsmaker wilt beïnvloeden, maar ook bondgenoot bent van je publiek. Dat is essentieel als je mensen aan je wilt verbinden.
• Reageer snel, maar niet gehaast
Timing is belangrijk, maar je boodschap moet kloppen, passen bij je toon en niet te opportunistisch voelen.